alles over Kroatie naar desktop-versie Vakantiehuis Maroflin

Het eiland Cres


Oude verhalen - Deel III - pagina 1 - pagina 2

Men telt in de golf van Quarnero (Kvarner) niet minder dan dertig eilanden of klippen, als schepen te midden der golven verankerd, die allen bij de zeevaarders bij naam bekend zijn. Vijf van deze eilanden, Cherso (Cres), Veglio, Lussine, Pago (Pag) en Arbe (Rab), bevatten steden en havens. De anderen zijn eigenlijk niet meer dan klippen of rotsen (scogli). Op de grootsten vindt men slechts enkele vissershutten. De drie eerstgenoemde eilanden behoren tot het markgraafschap Istrië, de twee andere tot het koninkrijk Dalmatië.

De reiziger, die van Pola (Pula) naar Fiume (Rijeka) vaart, heeft het eiland Cherso (Cres) aan zijn rechterhand.Oorspronkelijk maakte dit eiland een geheel uit met het eiland Lussine maar ten gerieve van de scheepvaart, heeft men tussen de beide eilanden een kanaal gegraven, het kanaal van Ossoro genoemd, waarover een smalle brug ligt, de Cavanella genoemd.

Cherso (Cres) heeft een lengte van niet minder dan vijfendertig, en een breedte van zeven mijlen; de kust is steil, de bergen zijn voor een deel kaal en naakt.De valleien, ook die het meest tegen de wind zijn beschermd, bieden slechts een steenachtige, rotsige bodem aan. Er wordt een beetje koren verbouwd, maar daarentegen veel wijn, olijven en honig. Een van de hoofdbronnen van de welvaart van hetland is de veeteelt. De zee nabij de kust is zeer rijk aan vis en in het meer Vrana, in het binnenland, vindt men palingen van zeldzame grootte.

De stad, waaraan het eiland zijn naam ontleent, telt ongeveer vijfduizend inwoners, en niet minder dan acht kerken. De haven is zeer goed, de kaaien zijn merendeels met moderne gebouwen omzoomd. De stad zelf is aan haar stenen muurgordel ontgroeid: zij heeft zich rechts en links uitgebreid en de berghellingen beklommen. Ondanks de olijvenkwekerij en de wijnbouw, en ondanks de uitgebreide veeteelt ook, is Cherso (Cres) toch hoofdzakelijk een land van zeevaarders en matrozen. De scogliari of eilandbewoners gaan dikwijls ver weg, tot in het uiterste Oosten om hun geluk te beproeven.En de arme eilander, die met grote moeite en zware inspanning, door het kweken van olijven of druiven, een schamel stuk brood verdient, wijst de vreemdeling met trotse bewondering op de enkele gelukkigen, die als signori van hun verre reizen zijn teruggekeerd.

Ossero (Osor), zo als het eiland Lussine doorgaans genoemd wordt, is kleiner dan Cherso (Cres), maar bezit twee havens, Lussin-Grande en Lussin-Piccolo, die van zoveel belang zijn, dat sommige aardrijkskundigen het gehele eiland met de naam Lussine aanduiden. De stad Ossero (Osor) treedt door deze twee havens in de schaduw; zij ligt op een voorgebergte op het eiland Cherso (Cres), maar het kanaal dat haar van het eiland Ossero (Osor) scheidt, is zo smal, dat de Cavanella bijna niet meer dan een sluis is. Deze stad, die vroeger haar naam aan het ganse eiland schonk, is thans verlaten en zo goed als uitgestorven.Zij telt niet meer dan enige honderden inwoners: het leven heeft zich geheel teruggetrokken in de twee havens. >>> pagina 2




vandaag 29-3-24, laatst aangepast op 06-12-15.