>

Dalmatische geschiedenis.


Oude verhalen - Deel IV - pagina 1 - pagina 2

De tocht van Fiume (Rijeka) naar Zara (Zadar) duurt zeventien uur. Wie van Lussin-Piccolo (Mali Losinj) vertrekt, heeft slechts zes uur nodig om de hoofdstad van Dalmatië te bereiken. Bij fraai weer is zo een zee reisje een waar genot. De uitstekend ingerichte stoomboten van de Lloyd varen steeds dicht langs de kusten. Men kan achtereenvolgens al die kleine havenstadjes en schilderachtige dorpen, half verscholen tussen de bergen, tellen .Met rustige zekerheid vervolgt de boot zijn weg door deze doolhof van kanalen, die zich slingert tussen de talloze eilandjes en klippen langs de kusten .

De meest geschikte tijd voor een pleziertochtje in de Adriatische Zee is de lente of het begin van de herfst. November is een noodlottige maand, en de laatste dagen van de winter zijn vol van gevaren. Naarmate men het Oosten nadert, worden de kleuren en tinten levendiger. De wateren schijnen met zilver overstrooid, de donkere bergen schijnen te zweven in een van licht stralende, van goudglans doortrokken ether.

Dalmatië vormt een smalle strook land, door Kroatië en Herzegovina begrensd, en zo zeer tussen de bergen en de zee ingeklemd, dat het schijnt of de kust in een ontelbare menigte eilanden en eilandjes is verbrokkeld. Op sommige punten is deze strook zo smal, dat de Turken, van de toppen der bergen, een in de Dalmatische havens voor anker liggende vloot zouden kunnen beschieten. Ten Zuiden, omstreeks Ragusa, heeft het land de minste breedte. Even beneden Sebenico, tussen kaap la Planca en de berg Dinara, is de breedte het grootst.

Een der zijtakken van de Alpen loopt in zuidoostelijke richting van Krain tot nabij Griekenland, scheidt het bekken van de Adriatische Zee van het stroomgebied van de Donau en de Zwarte Zee en sluit zich ten zuiden bij de gebergten van Epirus aan. De van deze bergrug uitgaande zijtakken en heuvelklingen, die naar het zuiden

Vier rivieren, die in sommige gedeelten van haar loop vrij belangrijk zijn, vormen vier bekkens en splitsen de bergen van Dalmatië in vier onderscheiden groepen. Deze rivieren vloeien, door meer of minder diepe valleien, naar de Adriatische Zee en naarmate zij de kust naderen nemen de bergen in hoogte toe en eindigen meestal in zeer hoge steile rotskegels.

Die vier rivieren zijn: de Zermagna, die de grensscheiding met Kroatië vormt; de Kerka (rivier Krka), die dicht bij de Zermagna ontspringt en langs het fort Knin vloeit, bij Scardona een beroemde waterval vormt en bij Sebenico in de Adriatische Zee uitloopt.De Czettina, die eerst van het noorden naar het zuiden, vervolgens naar het Westen loopt, en bij Almissa in zee uitmondt en eindelijk de Narenta, die in Herzegovina ontspringt, twintig mijlen van de Dalmatische grens verwijderd, en zich in de moerassen boven Fort-Opus verliest.>>> pagina 2






desktop
Logo Made in Flanders vandaag 24-4-24, laatst aangepast op 06-12-15. © Hans Van Mulders